A9 BaHo: exceptional lifting work Sarens Netherlands

Bij de verbreding en verdieping van de A9 verzorgt Sarens Nederland al het specialistische kraanwerk. In het oog springt het hijswerk en transport van de twee nieuwe brugvallen, ofwel brugdekken, van de Schipholbrug. Een opdracht die Sarens zeker kan toevoegen aan haar lijst van bijzondere prestaties.

Vanuit de bouwcombinatie VeenIX wordt in opdracht van Rijkswaterstaat de A9 tussen knooppunt Holendrecht en knooppunt Badhoevedorp verbreed. Hierin bevindt zich de Schipholbrug, een beweegbare brug met twee dekken (vallen), één per hoofdrijbaan. Beide brugdekken zijn vernieuwd. “Wat het bijzonder maakt, is dat beide nieuwe brugdekken allesbehalve rechttoe rechtaan aan zijn qua vorm en uitvoering”, vertelt Jaap Zwarthoed, depot manager Sarens Nederland locatie Amsterdam. “Naast de brugdekken hebben we twee ‘specials’ ofwel prefab betonnen afdekplaten ter plaatse van de basculekelder, intern getransporteerd en geplaatst. Deze hebben de vorm van een taartpunt. Vanwege deze afwijkende vorm en een gewicht van rond de 100 ton was het zwaartepunt moeilijk te bepalen wat het transport én de plaatsing allesbehalve eenvoudig maakte.”

Slimme hijsoplossingen

Het werk voor de Schipholbrug past perfect in het straatje van Sarens Nederland, specialist in kraanverhuur, zwaar hijswerk en speciaal transport. Waar ze vooral sterk in is, is het bedenken van slimme oplossingen voor complexe hijs- en transportklussen. Hun verhuurdienst voorziet in diverse hijs- en transportmiddelen voor uiteenlopende projecten. Daarnaast hebben ze een eigen engineersafdeling die complexe projecten voorbereidt in samenspraak met de uitvoerende partijen.

Driepuntslift

Het hijs- en transportwerk van de twee nieuwe brugvallen van de Schipholbrug heeft Sarens uitgevoerd in opdracht van Hollandia Infra. Deze laatste is verantwoordelijk voor het uitvoeringsontwerp, fabriceren en het monteren van de twee nieuwe brugdelen en de nieuwe aandrijvingen. Het transport van de brugvallen was de eerste horde die genomen moest worden. De brugvallen heeft Hollandia Infra gebouwd op locatie in Krimpen aan de IJssel. Vandaaruit moesten ze over water vervoerd naar de Schipholbrug. “Hierbij moesten we zeker out of the box denken”, aldus Marco IJdo, senior projectleider bij Sarens Nederland. “Omdat het zwaartepunt van de brugvallen alleen theoretisch bekend was, zijn er veel uitvoeringsmodellen ter controle gemaakt om de brugvallen te plaatsen. Normaal heb je een vierpuntslift, nu hadden we een driepuntslift voor het inhijsen van de brugvallen met onze kranen. Onze engineeringsafdeling heeft een speciaal hijs- en transportplan uitgerekend en opgesteld met specifiek hijsmateriaal om de brugvallen afzonderlijk van elkaar zo veilig mogelijk te hijsen.”

Enorme transport-constructie over water

Sarens ontwikkelde een ingenieuze transportopstelling: een constructie van meerdere metalen torens en schoren op een ponton om de brugvallen te kunnen vervoeren. Om een idee te geven van de krachten waarmee gewerkt werd: het noordval was 436 ton gewicht, het zuidval 370 ton. Beide brugvallen waren zo’n 30 bij 35 meter. IJdo: “Het is een uniek project. Voor Rijkswaterstaat is het ook één van de grootste brugvallen van Nederland.”

Met vier kranen inhijsen

Bij de Schipholbrug is iedere brugval vervolgens met vier grote kranen, waaronder een 700-tonner, een 450-tonner en twee 500-tonners met de nodige precisie vanaf de ponton op de juiste plek ingehesen. Hierbij moesten de afzonderlijke brugvallen niet alleen de hoogte in vanaf de ponton maar ook horizontaal gebracht en aansluitend geplaatst worden. 

Niets is te zwaar

Naast dit uitzonderlijke transport- en hijswerk verzorgt Sarens voor diverse leveranciers het hijswerk van de betonnen liggers van alle kunstwerken op het traject A9, evenals de plaatsing van de prefab kolommen en de grote wapeningskorven waar de liggers na het storten van het beton op komen te liggen. Ook leveren ze de kranen voor het verlengen van de ankers in de verdiepte bouwkuip ter hoogte van Amstelveen en het in-/uithijsen van pontons. “Dit zijn allemaal specialistische hijsbewegingen waar wij voor gevraagd worden. Ons motto is niet voor niets:  Nothing too heavy, nothing too high.”