In Maarsbergen wordt de gelijkvloerse spoorwegovergang, die het drukke spoortracé Utrecht – Arnhem kruist, vervangen door maar liefst twee onderdoorgangen: één voor snelverkeer en één voor langzaam verkeer. Die eerste is momenteel in de maak, en bereikte begin februari jongstleden zijn diepste punt. Dankzij een uitgekiende bemaling van Theo van Velzen, onderdeel van Van Tongeren Watertechniek, houdt de aannemer droge voeten in de kuip.
De gelijkvloerse spoorwegovergang in Maarsbergen leidt al jaren tot veel filevorming en onveilige situaties. Niet alleen in de dorpskern zelf, maar ook op de nabijgelegen N226 en zelfs op de A12 waarmee de N-weg een volwaardige aantakking heeft. Ook het fietsverkeer ondervindt forse hinder van de stremmingen door het reguliere spoorverkeer in combinatie met de stagnerende verkeersafwikkeling. Aangezien de komende jaren er steeds meer treinen gaan rijden op het spoortracé, wordt de overlast alleen maar erger. Reden voor ProRail, de provincie Utrecht, de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de overheid om de handen ineen te slaan en de verkeersveiligheid, de doorstroming en de leefbaarheid te verbeteren.
In Maarsbergen worden twee onderdoorgangen gerealiseerd die het verkeer veilig onder het spoor door leiden. Tegelijk wordt de N226 verplaatst naar het westen. Daar wordt het snelverkeer onder een nieuwe onderdoorgang geleid die aansluit op een nieuwe rotonde. Deze onderdoorgang is momenteel in aanbouw en begin 2026 worden opgeleverd. Vervolgens start de aannemer in mei 2026 met de onderdoorgang voor langzaam verkeer op de plek van de huidige gelijkvloerse overgang. “Wij zijn in het voortraject aangehaakt door Hegeman Bouw & Infra voor de aanleg van de bemaling”, vertelt Frans Glorie, directeur uitvoering bij Theo van Velzen. “Voor de eerste onderdoorgang voor snelverkeer hebben we gefaseerd veertien bronnen geboord.”
De bouwkuip van de onderdoorgang heeft inmiddels zijn diepste punt bereikt. “Het diepste punt is de waterkelder op 1 meter minus NAP. Het gemiddeld maaiveldniveau bedraagt hier plus 9 meter NAP. Dat betekent dus dat de bouwput zo’n 10 meter diep is. Onze bronnen daarentegen zijn tot 17,5 meter onder maaiveldniveau geboord tot in de kleilaag”, legt Frans uit. De bouwput is mooi droog, maar dat had wel wat voeten in de aarde. Letterlijk. “We hadden in de eerste fase te maken met een ‘stoorlaag’, waar geen zand zit, maar veen. Dat zorgde ervoor dat er boven deze laag water bleef staan, terwijl het eronder droog was. Aanvankelijk wisten we dat niet en hebben extra vacuümfilters bijgeplaatst. Bij de volgende fase hebben we die veenlaag doorfreesd.”
Het maximale debiet van de bemaling is 250 m3 per uur. De pompen zijn overigens allemaal frequentiegestuurd. Dat zorgt volgens Frans voor een mooie optimalisatie in het stroomverbruik en de totale hoeveelheid onttrokken grondwater. “Het water wordt via een jumper (lees: overkluizing) over de toerit naar de snelweg geleid en gaat daarna onder de snelweg door en wordt geloosd aan de zuidzijde van het project. Automobilisten rijden dus onder de afvoerbuis door. Verder hebben we aan de noordoostzijde nog een geohydrologisch scherm gebouwd met behulp van een retourbemaling, zodat de vervuiling die daar aanwezig is op zijn plek blijft. De hele bemaling wordt gemonitord door middel van peilbuizen en alle parameters zijn door de aannemer online te bekijken. De monitoring wordt uitgevoerd door één van onze andere bedrijven, Tjaden Adviesbureau voor Grondmechanica.”
De bemaling van Theo van Velzen draait momenteel op volle toeren en volgens Frans volledig probleemloos. “Onze uitvoerder Edwin Klok gaat wel eens per week langs om alles te checken. Indien nodig wordt een ploeg ingezet om aanpassingen te doen, zodat de aannemer zonder vertraging verder kan. Als het goed is, kan de bemaling er eind dit jaar af. In 2026 boren we dan nog eens vijf bronnen voor de tweede onderdoorgang. Die gaan echter minder diep en de bouwkuip vraagt een aanzienlijk kleinere bemaling met een maximaal debiet van 120 m3 per uur.”
Neem dan rechtstreeks contact op met Henk van Tongeren Water & Techniek.