In Zuid-Limburg werkt Rijkswaterstaat samen met aannemer Van den Herik-Sliedrecht aan de verruiming van het Julianakanaal. Tussen Berg aan de Maas en Obbicht is het kanaal over een lengte van 4 kilometer drooggelegd. Een bijzonder en uniek project met als grootste uitdagingen tijd en omvang. Dat maakt het project tot een grote logistieke puzzel. Hoe leid je alles in goede banen? Daarover vertellen projectmanager Krijn Drijvers van Rijkswaterstaat en projectleider Robin Koorengevel van Van den Herik-Sliedrecht meer.
Nog even en dan vaart in april het eerste binnenvaartschip weer door het Julianakanaal. Door de verbreding en verdieping is het kanaal geschikt voor tweebaksduwvaart van 190 meter lang, 11,40 meter breed en met een diepgang van 3,50 meter. De heropening is een belangrijke mijlpaal. Sinds maart vorig jaar is heel veel werk verzet. Dagelijks zijn gemiddeld zo’n 200 man aan het werk. Tel daarbij op de vele machines, op de piek van de werkzaamheden 180 stuks tegelijk, dan kunnen we gerust spreken van een megaproject
Eind maart 2024 kreeg Rijkswaterstaat van toenmalig minister Mark Harbers toestemming om het Julianakanaal droog te leggen. De inkt van de handtekening was nog niet droog of Rijkswaterstaat en Van den Herik pakten het project in sneltreinvaart op. “De tijdsdruk is groot”, vertelt Krijn. “In maart 2024 kregen we officieel toestemming, eind augustus wilden we alle voorbereidende werkzaamheden afgerond hebben voor het leegpompen van het kanaal. Denk aan de aanvoer van stenen en materieel, het inrichten van het werkterrein en het uitbaggeren van het kanaal ter hoogte van Sluis Born.” Waar normaal minimaal één tot twee jaar nodig is om alles te regelen, is dit nu in vier maanden gedaan. “We zijn direct in maart begonnen om de twee depotterreinen gereed te maken. Hiervoor hebben we 30 hectare aan grond gehuurd van agrariërs en andere landeigenaren in de omgeving. Op deze terreinen liggen breuksteen en ander andere soorten steen opgeslagen, zo’n half miljoen ton in totaal. Dit wordt over water aangevoerd, dus was het zaak om dit klaar te hebben voordat het kanaal drooggelegd zou worden.”
Bij de aanleg van het Julianakanaal negentig jaar geleden, zijn dikke lagen klei (en alles wat erop leek) en grond voor de bodem aangevoerd. Daarbovenop is in de loop der jaren een natuurlijke laag slib ontstaan. Grond dat nu allemaal ontgraven moet worden. Gezien de omvang en tijdsdruk is het traject in drie werkvakken opgedeeld: Noord, Midden en Zuid. Van den Herik is hoofdverantwoordelijk voor alle drie de vakken, maar heeft Boskalis en Jac Rijk erbij gehaald om het grondwerk in de vakken Midden en Zuid uit te voeren. Krijn: “Dit maakt dat we drie keer zoveel werk kunnen verzetten in dezelfde tijd. Het werk gaat ’s avonds en ’s nachts ook door. Dan worden alle vrachtwagens volgetankt en plegen we onderhoud aan de machines en de transportweg.” Al in een eerdere fase is in de werkvakken Midden en Zuid bodemonderzoek gedaan. “De verwachting was dat werkvak Noord een vergelijkbare hoeveelheid slib zou bevatten. Dit bleek echter meer te zijn. De afvoer vergde de nodige creativiteit om de planning te halen.” Het vervuilde slib wordt met 22 schepen vanaf drie locaties direct afgevoerd naar de twee rijksdepots, Hollandsch Diep en De Slufter. Robin: “We hebben een speciale grondpers ontwikkeld. Beunschepen kunnen vanaf de noordkant de sluis van Born in varen. Bovenop de sluis staat de grondpers die over een afstand van zo’n 25 meter het slib horizontaal transporteert en met een trechter de schepen in brengt. Dat gaat sneller, veiliger en efficiënter dan een kraan die iedere keer een schep slib op moet pakken.”
In en rond het Julianakanaal zijn veel mensen en machines tegelijk aan het werk. Veiligheid heeft daarom een hoge prioriteit. Krijn: “We hebben heel goed gekeken hoe we elkaar kunnen versterken in het veiligheidsbewustzijn. Elk weekoverleg begint met de stand van veiligheid; is er iets gebeurd afgelopen week, zo ja, hoe voorkomen we dat het weer gebeurt en zijn er specifieke aandachtspunten voor komende week?” Op de bouwplaats zijn verschillende veiligheidsmaatregelen getroffen. Wil je de bouwplaats op, dan moet je een bouwpas hebben. Deze bouwpas krijg je alleen als je aantoonbaar bepaalde veiligheidsopleidingen hebt gevolgd. Ieder nieuw bouwteam krijgt veiligheidsinstructies. Daarnaast is er op het hele traject eenrichtingsverkeer, bestaat de transportweg uit twee rijstroken, is het gehele traject omheind met 12 kilometer hekwerk en verlichting, en is de bouwplaats in principe niet toegankelijk voor bezoekers. Zij worden rondgeleid in een wagen om aanrijdingen met grote machines als dumpers en vrachtwagens te voorkomen.
Als de eerste schepen in april 2025 door het Julianakanaal varen, is het werk nog niet af. Rijkswaterstaat en Van den Herik verwachten nog een klein jaar nodig te hebben om alles af te ronden. Denk aan het opruimen van de tijdelijke dam, het terugplaatsen van het drijvende remmingwerk, het geschikt maken van de depotgrond en de herinrichting van de oevers. Krijn: “Wij hanteren in april nog niet de term ‘het werk is klaar’. De afgelopen maanden hebben we 1 miljoen ton grond opgeslagen, dat moet weer afgevoerd worden. Daarna maken we de depotterreinen weer geschikt voor akkerbouw en leggen we een mooi wandelpad aan langs het kanaal.”
Korte lijnen en snel schakelen is cruciaal in een project als deze. Van belang is volgens Krijn en Robin dat iedereen overal en altijd weet wat er speelt op de bouwplaats. “Vanaf dag één voelde iedereen de noodzaak om snel en constructief mee te werken. Dat geldt ook voor de gemeente en andere instanties die onder meer de vergunningen moesten verlenen. Om de communicatielijnen kort te houden, werken we vanuit tijdelijke kantoorruimten en trainingsunits op locatie. Als er op enig moment een besluit moet worden genomen, kunnen we snel schakelen en handelen.” Het mooie van dit project vinden beide heren dat dit als grond-, water- en wegenbouwbranche gezamenlijk is opgepakt en uitgevoerd. “Het is zeker een toonaangevend project waar als branche is samengewerkt en waarbij we de échte civiele bouwers uit Nederland bij elkaar hebben gezet om het project te realiseren.”
Het Julianakanaal: een belangrijke scheepvaartroute
Het Julianakanaal is onderdeel van de Maasroute, een belangrijke scheepvaartroute naar havens in België, Duitsland en Nederland. De werkzaamheden hebben als doel deze route ook bevaarbaar te maken voor schepen tot 190 meter lang, 11,4 meter breed en
maximaal 3,5 meter diep. Het kanaal wordt 15 tot 20 meter breder gemaakt en op sommige stukken 1 meter dieper. Tijdens de
werkzaamheden is het Julianakanaal gedeeltelijk niet bereikbaar. Schepen moeten daarom tijdelijk omvaren. De verwachte
openstelling voor schepen is in april 2025. Meer informatie op www.rijkswaterstaat.nl.