Bij de verruiming van het Julianakanaal leggen Rijkswaterstaat en hoofdaannemer Van den Herik-Sliedrecht de lat hoog als het gaat om kwaliteit en snelheid. Alle werkzaamheden, van het ontgraven van de bestaande bodem tot het storten van de stenen, worden tot in detail gemeten en gecontroleerd. Hiervoor worden diverse meettechnieken ingezet zoals RTK-GPS, total station metingen, 3D-laserscanning en dronemetingen. Landmeetkundig bedrijf PS-Survey is hoofdverantwoordelijk voor de metingen en heeft het specifieke maatvoeringsplan opgesteld.
“In feite komt ons werk neer op de opvolging van het grondverzet en de geometrische controle van de bodembescherming”, legt Peter Strigencz uit, bedrijfsleider van PS-Survey. “Wij meten het Julianakanaal vier keer in: na het ontgraven, wanneer de bentonietmatten zijn aangebracht, als de filterlaag met grind erin ligt en als laatste op het moment dat de breukstenen zijn aangebracht.”
PS-Survey is verantwoordelijk voor de volledige maatvoering op het project en is het aanspreekpunt voor alle landmeters en maatvoerders. Voor de buitenwerkzaamheden werkt ze samen met landmeters van IGL en Van den Herik. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de expertise die is opgebouwd gedurende de afgelopen 27 jaar in onder andere de vele ontginningsprojecten. “We zijn goed bekend in de wereld van de zand- en grindontginning. In dit soort projecten worden we ingezet als totaaloplossing voor het volledige survey-gebeuren omdat we kennis, veel technieken en goede vakmensen in huis hebben. Die combinatie onderscheidt ons. Zo doen we bijvoorbeeld de gehele maatvoering en de grondverzetberekeningen voor het Grensmaas-project.”
De metingen in het Julianakanaal hebben als doel de laagsgewijze opbouw van de bodembescherming aan te sturen, te controleren en vast te leggen. “Het begint met het controleren van de plaatsbepaling van de machines en het aanleveren van de machinemodellen in het juiste formaat”, legt Peter uit. “Werkt dit correct, dan kan de machinist aan het werk. Tussentijds meten we de verschillende laagdiktes/lagen. Wanneer een bepaalde laag is afgewerkt, voert onze landmeter een eerste controle uit met RTK-GPS. Constateren we een afwijking, dan communiceren we dit direct met de verantwoordelijke uitvoerder en machinist, zodat de afwijking gecorrigeerd kan worden. Vervolgens voeren we de tweede check uit, waarbij we de diverse lagen vastleggen in een vlak dekkende meting door 3D-laserscanning.” De gegevens worden verwerkt tot hoogtekaarten en verschilkaarten ten opzichte van het ontwerp, zodat de keuringen kunnen plaatsvinden. Aanvullend voert PS-Survey dronemetingen uit van de werkzone en de depots. “Hiermee kunnen we onder andere berekenen hoeveel materiaal er in de verschillende depots aanwezig is en of dat voldoende zal zijn voor de geplande werkzaamheden.”
Omdat het werk redelijk uitgestrekt is (4 kilometer lengte) en de gewenste nauwkeurigheid erg hoog, zijn er drie GPS-basisstations geplaatst verdeeld over het werk. Alle machines op het project die werken met GPS-plaatsbepaling maken gebruik van deze stations. “Hierdoor worden de afwijkingen tussen de verschillende landelijke netwerken teniet gedaan. Het geheel is samen met onze leverancier Sitech Nederland op poten gezet en blijkt een robuuste maar ook noodzakelijke oplossing.”
Voor het Julianakanaal is gekozen om de metingen zoveel mogelijk uit te voeren met een 3D-laserscanner. Dit omwille van de snelheid van inwinnen en tevens voor de veiligheid. “We willen zo min mogelijk de metingen uitvoeren tussen de bewegende machines. Daarom gebruiken we quads waarop een long range 3D-laserscanner is geïnstalleerd”, legt Peter uit. In de delen van het Julianakanaal waar nog wel water staat, heeft PS-Survey dieptepeilingen uitgevoerd met een multibeam sonar. “Hier hebben we onderwatermetingen uitgevoerd in het kader van de waterdichtheid van de tijdelijke dam. Deze meetmethode zullen we ook inzetten tijdens en na het vullen van het Julianakanaal. Zo kunnen we eventuele veranderingen op de bodem in kaart te brengen.”
Het vele meten brengt heel veel data met zich mee. “Dat is best een uitdaging”, legt Peter uit. “Zeker de puntenwolken die volgen uit de 3D-scans zijn qua bestandsgrootte niet te onderschatten. Goede naamgevingen, duidelijke opslagstructuren en meerdere terabytes aan opslagruimte zijn een must.” Ook de aanpassingen van de machinemodellen vragen aandacht. Deze moeten namelijk zo snel mogelijk op de machines die uitgerust zijn met een plaatsbepalingssysteem, terecht komen. Voor de meeste machines gebeuren deze updates via een webapplicatie. De overige machines krijgen een update van een landmeter die ter plaatse gaat.
Over de samenwerking met Van den Herik is Peter zeer te spreken. “We hebben eerder samengewerkt, ook op projecten in het buitenland en de onderlinge relaties zijn telkens top. Wekelijks is er een surveyoverleg waarin het volledige meetproces en de op te stellen tekeningen worden doorgenomen en indien nodig bijgestuurd. In het begin was dit heel intensief qua bijsturingen, maar gaandeweg is het geëvolueerd naar vooral het doornemen van de week en vaststellen dat het goed loopt.”