En de award in de categorie duurzame samenwerking van de InfraTech Innovatieprijs 2025 gaat naar: de Asphalt Recycling Train (ART). De ART is een verzameling materieelstukken die achter elkaar in een treintje het asfalt verwarmt, loswoelt, mengt en weer spreidt. Met de ART kan wegdekonderhoud een stuk duurzamer worden uitgevoerd. Het oude asfalt wordt met de ART ter plekke verwerkt tot nieuw asfalt, wat bijdraagt aan een vrijwel volledig circulaire vorm van wegdekonderhoud (100% hergebruik van materialen). Bovendien bespaart de ART emissies (naar schatting 65%), omdat er aanzienlijk minder bouwstoffen nodig zijn die gedolven of getransporteerd hoeven te worden.
Het principe van een treintje dat het oude asfalt opeet en het weer als nieuw asfalt uitspuugt op de weg is volgens Robbert Naus, manager productontwikkeling bij Dura Vermeer, minstens veertig jaar oud. “Het wordt wereldwijd veelvuldig toegepast, vooral op tracés waar geen asfaltcentrale in de buurt ligt. Zelfs in Nederland hadden we begin deze eeuw de beschikking over een ART, maar omdat duurzaamheid en circulariteit geen rol speelde in uitvragen, is de machine destijds verkocht. Met de groeiende vraag naar verduurzaming hebben we het concept in 2018 weer van de plank gehaald. En met succes. Een jaar later wonnen we met de ART de prijsvraag van Rijkswaterstaat van marktrijpe innovaties in duurzaam asfalt, en ging het balletje weer rollen.”
Niet alleen Rijkswaterstaat toonde interesse in de ART, ook de provincie Gelderland raakte geïnspireerd door de presentatie van Dura Vermeer over de ART op de Asfaltdag 2023. Het huidige ecosysteem waarin we gevangen zitten is gericht op kosten, prijs en platte prestaties, terwijl je vanuit een duurzame verhardingssector juist meer waarde-gedreven zou moeten handelen”, zegt Fredy Sierra Fernandez, strategisch adviseur duurzame wegverhardingen bij Rijkswaterstaat. “In het huidige systeem is er geen prikkel voor terplekke hergebruik van asfalt. Daarom hebben we gemeend dit als overheid (mee) op te pakken. Er is bovendien ruimte beschikbaar om te investeren in innovaties die het asfaltgebruik verduurzamen. Er werd een investeerder gevonden die de ART naar Nederland heeft gehaald en aannemers de mogelijkheid biedt met de machine te werken. Dura Vermeer heeft de kennis in huis om te werken met de ART. Wij financierden een validatieprogramma om met de ART te leren. En de provincie Gelderland stelde proefvakken beschikbaar. Op een hele natuurlijke wijze hebben we elkaar gevonden en zijn overeengekomen om het concept samen verder te gaan uitrollen.”
De provincie Gelderland werkt aan vele jaren aan de verduurzaming van bouwmaterialen, het hergebruik van bouwstoffen en de reductie van CO2-uitstoot. “In onze duurzaamheidstrategie voor circulaire infra ligt de focus op twee scenario’s: marktstimulerend en opschalen”, zegt Reinier Trommel, coördinator duurzaamheid bij Provincie Gelderland. “Marktstimulerend wil zeggen dat we investeren in technieken die nog niet marktrijp zijn, maar die wel veel potentie bieden. Anderzijds willen we bewezen technieken breed gaan toepassen. Beide stappen zijn nodig om een duurzaamheidsslag te kunnen maken, want alleen met bestaande technieken ga je het niet redden. De ART valt daar precies tussenin, en kwam op het juiste moment op ons pad. Het concept is weliswaar nog niet helemaal gevalideerd, maar het is geen nieuwe techniek, dus een snelle opschaling behoort tot de mogelijkheden.”
De komende periode wordt gewerkt aan het valideren van de ART, en daar zijn proefvakken voor nodig. “In Nederland is de ART met name geschikt voor toepassing op snelwegen en provinciale wegen. Dat komt neer op drie typen deklagen”, zegt Robbert. “Van elk van deze deklagen moeten op zijn minst vijf proefvakken worden aangelegd om het proces te kunnen valideren. De eerste pilot is in maart 2024 uitgevoerd om de machine te testen, daarna is de ART in Gelderland ingezet om een deel van het asfalt van de provinciale weg N315 te vervangen. Nu is het een kwestie van monitoren hoe de deklaag zich gedraagt, en natuurlijk nog veel meer proefvakken aanleggen.” Aan dat laatste wordt gehoor gegeven, want volgens Fredy zijn er alleen al vanuit Rijkswaterstaat reeds acht proefvakken aangewezen. “Ook hebben al meerdere gemeenten en provincies interesse getoond”, zegt hij. “Hoe meer vakken we kunnen aanleggen en monitoren, hoe meer we leren. We doen het voor de hele sector, alle resultaten worden openbaar gemaakt, en de ART kan door iedere aannemer worden ingezet.” Met recht een duurzame samenwerking dus.