Als je goed informatie wilt uitwisselen, moet je dezelfde taal spreken. Dat was ooit de motivatie voor Geonius om de NLCS te adopteren, en zelfs mee te ontwikkelen. En nog steeds staat de tekenstandaard centraal in veel Geonius-bedrijfsprocessen. Sterker nog: BIM-adviseur Pascal Wesolek voorziet een rijke toekomst voor de Nederlandse CAD Standaard.
Als BIM-adviseur is Wesolek dagelijks bezig met het optimaliseren van de wisselwerking tussen BIM-processen en de verschillende applicaties en softwaretools die binnen Geonius in gebruik zijn. “Bouw Informatie Management is voor ons een manier om twee belangrijke doelen te bereiken”, vertelt hij. “Ten eerste: kostenreductie in onze projecten door lagere faalkosten. Dankzij BIM is veel informatie al in de ontwerpfase beschikbaar, waardoor je al in een vroeg stadium clashes signaleert en erop kunt anticiperen. Daarnaast is BIM een fijne methodiek om zaken inzichtelijk te maken: in onze dagelijkse samenwerking met partners, maar ook in de communicatie met andere stakeholders zónder specifieke technische kennis, zoals bewoners. Een compleet 3D-model met direct opvraagbare data maakt een abstract plan veel tastbaarder.”
Wil je op die manier werken, dan wordt data van diverse bronnen verenigd in één model. Andersom geredeneerd dient dat model die informatie dus ook te kunnen tonen. “Een eenduidige tekenstandaard is daarbij cruciaal”, aldus Wesolek. “Als iedereen een BIM-model zou voorzien van informatie in verschillende eigen standaarden, ontstaat er gegarandeerd verwarring en onduidelijkheid. De NLCS is voor ons al sinds de oprichting een complete standaard voor vrijwel alle CAD-werkzaamheden: goed leesbaar en breed toepasbaar.”
Wesolek vertelt over de jaren waarin Geoniuscollega’s meedachten over de ontwikkeling van de NLCS. Ook noemt hij de rol van Civil Infra Benelux, een Autodesk-software gebruikersgroep die de NLCS gebruikte om verschillende applicaties te voorzien van NLCS-gebaseerde templates (zoals Civil 3D). “De NLCS is zeker voor de GWW-sector een complete standaard”, aldus de BIM-adviseur. “En er zijn inmiddels meerdere goede softwaretools beschikbaar om conform de NLCS te werken. Wij gebruiken InfraCAD, InfraCAD Map en InfraCAD CE. Stuk voor stuk intuïtief en gemakkelijk te gebruiken.”
Dat gebruiksgemak een grote pre is, wordt ook duidelijk tijdens de colleges die Geonius verzorgt op onderwijsinstellingen, zoals Hogeschool Zuyd en de HAN. “Daar proberen we de AutoCAD-kennis van studenten te vergroten”, legt Wesolek uit. “Zeker in de eerste jaren merk je dat studenten zoeken naar houvast; veel materie is nog tamelijk abstract. Het denken in modellen bijvoorbeeld. Hoe bouw ik een goede tekening op? Wanneer is een polylijn een laagrandverharding en wanneer een bermlijn? Wat is de relatie tussen objecten onderling? InfraCAD is wat mij betreft een fijne tool om ze wegwijs te maken in de NLCS-wereld. Ook geef ik ze graag een duwtje in de richting van het BIM-denken. En andersom zijn onze activiteiten op onderwijsinstellingen eveneens nuttig: studenten zetten me vaak aan het denken over hun logica of over nieuwe inzichten.”
Terug naar de BIM-gedreven werkwijze van Geonius. Die leidde enkele jaren geleden tot de oprichting van een nieuwe, overstijgende afdeling: Techniek en Innovatie. Waar de focus van die afdeling aanvankelijk vooral lag op het ontwikkelen en onderhouden van een tool voor werkvoorbereiders, is het vandaag de dag veel meer een uniforme werkwijze, met als kern het digitale systeem GPI: Geonius Project Informatie. Wesolek: “Je kunt GPI zien als een portaal waar stakeholders informatie kunnen uitvragen, met als doel bijvoorbeeld communicatie met hun achterban. Via BIM maken we projecten online inzichtelijk op een laagdrempelige manier. Ook daarvoor geldt: een uniforme tekenstandaard die informatie kan omzetten uit verschillende applicaties en softwaretools, is cruciaal. Veel gebruikers geven aan dat ze onze GPI zien als vertrekpunt van onze projecten. Ze vinden snel hun weg naar de informatie die ze zoeken, zoals bestanden en kwaliteitsrapporten.”
Door GPI bij diverse projecten te gebruiken en te blijven doorontwikkelen, merkt Geonius dat GPI steeds meer tot leven komt. “In het wegontwerp zelf bleek GPI een meerwaarde, maar ook in de ondersteuning tijdens de uitvoering. Doordat ieder brokje bouwdata inzichtelijk was voor alle bouwbetrokkenen, kunnen we een strakke planning aanhouden. Daarnaast is de goede en laagdrempelige dataopslag een voordeel in de beheer- en onderhoudsfase. Alles is immers gedocumenteerd. Inmiddels hebben we GPI zo ver doorontwikkeld, dat we deze werkwijze bij nagenoeg alle projecten willen gaan gebruiken. De NLCS is hierbij de standaard, zodat we niet voor ieder project een styleset hoeven uit te werken.”
Zodra de NLCS 5 is vrijgegeven, gaan Wesolek en zijn collega’s aan de slag met de implementatie. NLCS 5 zorgt vooral voor een kwaliteitsslag (ten opzichte van de voorgaande versies) en brengt nuttige nuances met zich mee, zoals het verwijderen van dubbelingen in laagnamen. “We bekijken met CAD Accent, de leverancier van onze software, hoe we onze templates kunnen aanpassen aan de NLCS 5. We werken al vele jaren samen en dat is altijd een fijn en constructief proces. De template zal dan ook beschikbaar worden gemaakt via de Civil Infra Benelux. En de toekomst van de NLCS? Ik denk dat we een mooie en complete tekenstandaard hebben, die echter nog vooral geschikt is voor het platte 2D-tekenwerk, ook al is de NLCS een BIM level 1-standaard. Ik verwacht dat we in de toekomst nog meer data gaan koppelen en verwerken in 3D-tekenwerk, zoals het omzetten van GIS-Informatie vanuit CAD-programma’s naar NLCS-formaat. Er liggen nog veel kansen! Ik kijk er naar uit om die samen met CAD Accent, binnenkort Arkance Systems, te verzilveren.”
NLCS
The NLCS (Dutch CAD Standard) is a uniform drawing standard for civil engineering. The information in an NLCS drawing is unambiguous, complete and clearly structured. As a result, drawings can be exchanged easily, the chance of errors is smaller and the entire GWW chain can save on costs. The NLCS is a BIM level 1 standard and is managed by the BIM Loket.