TenneT bouwt samen aan de toekomst van het Brabantse stroomnet

Op locatie De Spinder bij Tilburg verrijst een nieuw 380 kV-station dat de druk op het Brabantse elektriciteitsnet moet verlichten. Het project combineert civiele, bouwkundige en elektrotechnische disciplines met waterbeheer, ecologie en omgevingszorg. “We werken hier met veel verschillende partijen, maar wel als één team”, zegt projectleider Roel Jannink van TenneT. “Dat is precies wat dit project zo bijzonder maakt.”

Als landelijke hoogspanningsnetbeheerder zorgt TenneT voor het transport van elektriciteit via het hoogspanningsnet, de ‘snelwegen’ van ons energiesysteem. 

De puzzel leggen

Binnen dit project voert TenneT de regie over het hele proces: van basisontwerp tot uitvoering. De organisatie bewaakt de veiligheid, planning en voortgang, en coördineert het werk van de vele betrokken partijen. Vier hoofdaannemers werken samen met vele onderaannemers, adviesbureaus en leveranciers – deels gelijktijdig – aan de diverse deeltrajecten: het bouwrijp maken van het terrein, de bouw van het station, de aanleg van de kabelverbinding naar Tilburg-Noord en de bovengrondse lijnen. “Onze rol is om die puzzel te leggen”, zegt Jannink. “Alles moet op elkaar aansluiten, met oog voor veiligheid, kwaliteit en samenwerking. Dat lukt alleen door strak overleg en veel vertrouwen.” 

Op de bouwlocatie zien veiligheidsdeskundigen toe op een veilige uitvoering, terwijl bouwleiders dagelijks afstemmen met aannemers over planning, afspraken en uitvoering. Daarnaast kijkt TenneT verder dan dit project, naar andere werkzaamheden in de regio, raakvlakken en de juiste volgorde van uitvoering. “Die continue afstemming, tussen techniek én belangen, houdt het geheel beheersbaar.”

Omgeving en ecologie

Het terrein van 35 hectare, waarvan 6,5 hectare voor het station zelf is, ligt deels in een voormalige vloeivelden, wat de uitvoering complex maakt. De bouw vindt plaats in nauwe afstemming met de gemeente Tilburg, provincie Noord-Brabant, waterschappen De Dommel en Brabantse Delta en natuurorganisaties als Natuurmonumenten. Het station sluit aan bij Landschapspark Pauwels, waar natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing samenkomen. “Ecologische maatregelen zijn integraal onderdeel van het plan”, zegt Jannink. “We kijken naar techniek in combinatie met de omgeving waarin we bouwen.” Volgens Jannink zit de grootste uitdaging in het samenbrengen van al die disciplines – techniek, ecologie en omgeving – tot één geheel. 

Innovatie boven het maaiveld

Bij dit project worden vier nieuwe hoogspanningsmasten gebouwd, waaronder driecircuit-masten met meer capaciteit – uniek in de verbinding tussen Geertruidenberg en Eindhoven. Eén van de meest opvallende onderdelen is echter de bouw van de eerste Moldau-mast van Nederland. Deze nieuwe generatie vakwerkmasten wordt de standaard voor toekomstige 380 kV-verbindingen en markeert een belangrijke stap in ontwerp, duurzaamheid en uitvoering. “Het is een primeur”, vertelt Jannink. “De komende jaren bouwen we er ruim 1.200 in Nederland. Ze zijn de nieuwe standaard en vormen de ruggengraat van de uitbreiding van het landelijke elektriciteitsnet.”

Dankzij het gestandaardiseerde en modulaire ontwerp kan de mast efficiënter geproduceerd, vervoerd en gemonteerd worden, met minder beton en dus minder CO2-uitstoot. Het staal is bovendien volledig recyclebaar en het uniforme ontwerp zorgt voor meer rust in het landschap. “De Moldau-mast symboliseert hoe we in Nederland willen bouwen aan de toekomst”, zegt Jannink. “Betaalbaar, duurzaam en in harmonie met de omgeving.”

Trotsmoment

Naast die primeur is Jannink vooral trots op de onderlinge samenwerking, die volgens hem mooi zichtbaar was tijdens de Dag van de Bouw. “We stonden daar met alle aannemers en collega’s, die stuk voor stuk trots lieten zien waar we samen aan bouwen. Voor mij was dat een miniatuur van het hele project: ook al gaat er wel eens iets mis, het wordt onderling opgelost. Het is geven en nemen, flexibel meebewegen, zodat het geheel door kan. Altijd met het gezamenlijke doel voor ogen.”

Vooruitblik

De komende maanden worden de civiele werkzaamheden aan de waterberging afgerond en wordt de kabelverbinding naar Tilburg-Noord doorgetrokken. In de zomer van 2026 volgt het inlussen van de bovengrondse verbinding met Eindhoven en Geertruidenberg. Daarna volgt de grote mijlpaal: de ingebruikname van het station in het najaar van 2026. 

“We doen dit omdat het nodig is voor Nederland en de energietransitie”, zegt Jannink. “Maar het succes van dit project zit in hoe we het doen: veilig, open en samen. Alleen zo kun je een complexe puzzel als deze leggen.”