In Amsterdam is Dijkboom b.v. regelmatig te vinden bij de beroemde grachtenpanden. Of beter gezegd: onder de beroemde grachtenpanden, want het bedrijf heeft zich in verband met funderingsherstel en de bouw van kelders gespecialiseerd in bodemsanering, sloop- en grondwerk. Dat kan vooral in de hoofdstad met zijn drassige veenbodem, eeuwenoude houten funderingen en monumentale gebouwen een behoorlijke uitdaging zijn. Maar dankzij de inzet van Bobcat-graafmachines is het werk een stuk eenvoudiger geworden, zo blijkt tijdens een bezoek aan een project van Dijkboom.
Het werken aan funderingen of het bouwen van kelders onder grachtenpanden in Amsterdam is door de smalle straatjes, het drukke verkeer en de beperkte ruimte niet eenvoudig. Om onder de woningen te kunnen komen moet in de tuin, het trottoir of zelfs in de openbare weg langs het huis eerst een gat van 1 bij 2 meter gegraven worden. Daarna wordt er een doorgang in de bestaande muur van de buitenfundering of de gevel gebroken of gezaagd. Het gat en de doorgang onder het huis worden met damwanden en stalen balken gestut, zodat er geen gevaar voor verzakking of instorting ontstaat. In het gat laat Dijkboom vervolgens een kleine Bobcat-graafmachine zakken, die de grond onder het huis begint weg te graven. Zodra er voldoende ruimte is, kan de minigraafmachine onder het huis rijden, graven en de grond naar het gat transporteren. Daar wordt hij door een grotere graafmachine in containers geschept, waarmee de grond – afhankelijk van de soort grond en de manoeuvreerruimte 15 tot 25 kuub per dag – afgevoerd wordt.

Voor het wegscheppen van de grond uit het gat naast het huis in Amsterdam gebruikt Dijkboom een nieuwe E55 van Bobcat, die onlangs geleverd werd. De giek van de E55 heeft een uitschuifbaar deel, waarmee de giek met 60 centimeter verlengd kan worden. Daardoor kan de machine dieper graven, maar ook direct vanaf de straat onder de woning komen. Voor het transport van de grond onder het huis worden afhankelijk van de ondergrond transportbanden of E10-graafmachines van Bobcat gebruikt. Zeker bij een drassige ondergrond met dunne modder heeft de E10-minigraafmachine de voorkeur. Dijkboom heeft er vijf, zowel dieselversies als een elektrische machine. De elektrische E10e wordt vooral ingezet als de ruimte onder het huis moeilijk te ventileren is. Dijkboom gebruikt diverse aanbouwdelen zoals een sloophamer, grijpers en diverse bakken. Het bedrijf heeft een speciale RVS-bak laten ontwerpen, waaraan de modder of het slib niet blijft plakken, wat de productiviteit enorm ten goede komt.

Onder het herenhuis in Amsterdam wordt een kelder gebouwd. De vloeroppervlakte van het gebouw is ongeveer 12 bij 12 meter. Onder een deel van de woning was al een kleine kelder van 6 bij 6 meter ruimte aanwezig; onder de rest van de vloer was alleen een kruipruimte van zo’n 60 centimeter hoog. De grond onder de woning wordt weggegraven tot een diepte van zo’n 3 meter. Het grondwater staat erg hoog, waardoor er ondanks het gebruik van een waterpomp continu een dikke laag slib ontstaat, waarin de machines moeten werken. Als de gewenste diepte bereikt is, wordt er op de bodem drainage aangelegd, een laag zand van zo’n 10 centimeter aangebracht, waarop een 30 centimeter dikke vloer van gewapend beton wordt gestort. Uiteindelijk krijgt de nieuwe kelder een stahoogte van zo’n 2,40 meter. Indien nodig, worden er ook sloopwerkzaamheden en verbeteringen of speciale aanpassingen aan de bestaande fundering aangebracht, waarna een aannemer de kelder afbouwt.
Net als de meeste oude, Amsterdamse gebouwen zijn er onder het herenhuis in kwestie houten heipalen aanwezig waarop men vroeger na het aanbrengen van onderhout een fundering metselde. Deze heipalen hebben een doorsnede van zo’n 30 centimeter en een lengte tot soms wel 14 meter om een stevige zandlaag te bereiken.

Ter voorbereiding van de projecten wordt uiteraard grondig bodem- en funderingsonderzoek uitgevoerd om te beoordelen of de bouw van een kelder mogelijk is. Ook worden er voor en tijdens de bouw buiten aan de gevels metingen verricht om te controleren of het pand door de werkzaamheden niet verzakt. Op bepaalde plekken in de stad wordt tijdens het werk soms ook archeologisch onderzoek uitgevoerd.
Volgens Johan Eikelenboom, mede-eigenaar van Dijkboom, is de klus in Amsterdam een goede afspiegeling van het soort projecten, dat Dijkboom vooral in de steden Rotterdam en Amsterdam uitvoert. “In die steden zijn er veel problemen met oude funderingen, maar bij dit project is de fundering in redelijke staat”, zegt hij. “En hier is ook relatief veel ruimte, omdat de woning een klein voortuintje heeft en naast een parkeerterreintje staat. Er was bij het huis genoeg plek voor het gat en de E55, en langs de weg konden meerdere containers voor de afvoer van grond, een compressor en een bouwkeet geplaatst worden. In smalle straatjes moeten we het gat binnenshuis in de vloer maken met als gevolg dat de bewoners hun pand tijdens de werkzaamheden moeten verlaten.”
In de projecten van Dijkboom begint het vaak met funderingsherstel, maar omdat mensen meer woonruimte willen is de bouw van een kelder interessant. Dat betekent een behoorlijk investering, maar er zijn volgens Eikelenboom veel mogelijkheden. “We hebben aan projecten gewerkt, waar zwembaden, garages en een bioscoop onder huizen zijn aangelegd.”
Dijkboom is een zusterbedrijf van Anton van Dijk Sloopwerken, een bedrijf dat zelf ook een twintigtal Bobcats in gebruik heeft. Ze zijn allemaal geleverd door Inter-Techno, die overigens veel klanten in de sloopsector bedient omdat de kleine Bobcat-minigravers en schrankladers prima binnenshuis en in krappe ruimtes inzetbaar zijn. Vooral Klaas van der Vis, machinist bij het project in Amsterdam is er duidelijk over: “De minigraafmachines van Bobcat zijn perfect voor ons werk. Ze zijn klein, laag en stil, en draaien een hele werkdag zonder problemen.”