Rijkswaterstaat beheert verrassend veel (potentiële) natuur. Alleen al langs rijkswegen ligt zo’n 18.000 hectare bermen onder haar beheer. Daarnaast zorgt Rijkswaterstaat voor grote wateren als de Noordzee, IJsselmeer en Waddenzee, en voor oevers en uiterwaarden langs rivieren als de Maas. “Onze primaire taak is om Nederland veilig, leefbaar en bereikbaar te houden”, vertelt Freek van Gestel, adviseur Assetmanagement Ecologie & Leefomgeving. “Daarbij kijken we per gebied altijd naar meekoppelkansen: hoe kunnen we ecologische maatregelen verbinden met veiligheid?”
Van Gestel is samen met collega’s verantwoordelijk voor het beheer van de Maas en de Maaskanalen in Zuid-Limburg, een uitgestrekt gebied waar ecologie en veiligheid elkaar voortdurend raken. Rijkswaterstaat werkt hier aan rivierverruimingsprojecten, terwijl tegelijk veel aandacht uitgaat naar het verbeteren van de ecologische kwaliteit van de Maas. “Denk aan het herstel van natuurvriendelijke oevers, beekmondingen en de aanleg van nieuwe geulen”, legt Van Gestel uit. “Mijn rol is het behouden én versterken van de biodiversiteit. Dat doen we samen met onze huidige contractpartners Van Doorn en Idverde, die zowel adviseren als uitvoeren.” In onderhoudscontracten staan duidelijke eisen over hoe het gebied moet worden beheerd. “Langs het Julianakanaal hebben we bijvoorbeeld last van de Japanse duizendknoop”, vertelt Van Gestel. “Samen brengen we in kaart waar deze exoot groeit, zodat we gericht kunnen optreden. Hetzelfde geldt voor bermbeheer: wanneer maaien we welk deel? En hoe zorgen we dat oude bomen langs het kanaal veilig blijven staan?”

Bij elke beslissing zoekt Van Gestel de balans tussen veiligheid en natuur. “Veiligheid staat altijd voorop”, benadrukt hij. “Bij de Maas werken we aan rivierverruimingsprojecten om het achterland te beschermen tegen hoogwater. Dat betekent bijvoorbeeld dat we geen bevers in dijken willen, omdat hun holen de stabiliteit kunnen aantasten. Ook wilgenbosjes langs de rivier vragen aandacht: elke kuub hout houdt water tegen, wat elders tot problemen kan leiden. Hoe meer ruimte de rivier krijgt, hoe veiliger het is voor de mensen die erachter wonen. Om dezelfde reden worden ook de dijken langs het Julianakanaal regelmatig gemonitord en worden de graafactiviteiten van bever en das nauwlettend gevolgd.”
Een grote uitdaging is het werken volgens de gedragscodes en de Omgevingswet rondom beschermde flora en fauna. Daarnaast speelt de Kaderrichtlijn Water (KRW) een belangrijke rol. Die vraagt om natuurvriendelijke oevers, herstel van leefgebieden en verbetering van de waterkwaliteit. “Toch bieden deze regels ook kansen”, zegt Van Gestel optimistisch. “Als we maatregelen voor veiligheid kunnen koppelen aan natuurherstel – de meekoppelkansen – dan winnen we dubbel. De rivierverruimingsprojecten bij Nijmegen, met hun meestromende nevengeulen, zijn daar een goed voorbeeld van. In bepaalde perioden lopen die vol water en worden het echte hotspots voor libellen en andere insecten.”

De komende jaren werkt Rijkswaterstaat aan de ‘ontstening’ van de Maas. “Vroeger werd de rivier juist ingedamd met stenen in de oevers”, vertelt Van Gestel. “Maar uit recente hoogwaterperiodes hebben we geleerd dat de Maas zich niet laat indammen. Nu halen we op sommige plekken stenen weg – een maatregel vanuit de KRW. Dat verbetert niet alleen de waterkwaliteit, maar geeft de rivier ook meer ruimte en versterkt de biodiversiteit. Een prachtig voorbeeld van hoe veiligheid en natuur hand in hand kunnen gaan.”