In Nederland is enorm veel te doen op allerlei vlakken, rondom woningbouw, funderingsherstel, dijkversterkingen en alle projecten gerelateerd aan klimaatadaptatie. Dat zegt Jaap Estié, directeur van de Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken (NVAF), die positief gestemd is over het potentieel van de funderingsbranche. Tegelijk plaatst hij ook enkele kanttekeningen.
Potentieel is er dus genoeg, maar uitdagingen zijn er ook. “Zo hebben we te maken met een aantal beperkende factoren”, stelt Jaap terecht. “Denk daarbij aan de uitspraak rondom stikstof die een schaduw vooruitwerpt. Een andere uitdaging is natuurlijk de arbeidsmarkt. Het is zaak om niet alleen nieuw talent aan te werven, maar zeker ook bestaande vakkrachten voor de branche te behouden. We doen er alles aan om de markt te laten zien dat we een attractieve branche zijn om in te werken.”
Ook het thema duurzaamheid raakt uiteraard de funderingsbranche. “Daarbij kijken we verder dan alleen materiaal en materieel”, zegt Jaap. “We streven naar methoden die funderen meer circulair maken en tegen minder CO2-uitstoot. Een goed handvat daarvoor biedt de CO2-calculator die binnen de European Federation of Foundation Contractors (EFFC) is ontwikkeld. Met deze tool kan je van een funderingsproject berekenen wat de CO2-impact is van de verschillende ontwerpkeuzes. Het gaat over grondstoffen, over wat je in de grond stopt en welke materieelstukken daaraan te pas komen. Dan praat je dus niet alleen over funderingsmachines, maar vooral ook over het transport. Want alleen de funderingsmachine heeft slechts een beperkte impact op de totale CO2-uitstoot van een funderingsproject. Gemiddeld genomen is dat maar een paar procent, terwijl de aanvoer van grondstoffen, beton en staal verantwoordelijk is voor wel 90% van de totale CO2-uitstoot. Dat besef is er nog te weinig, want vaak ligt de focus vooral op de uitstoot van de funderingsmachine.”
Een funderingsbedrijf heeft een heel eigen plek in de keten, volgens Jaap. “Het is best wel heel specifiek wat wij doen. Ondanks dat de bodem voor onze werkzaamheden in kaart wordt gebracht, hebben we vaak te maken met onvoorziene omstandigheden. Met sonderen krijg je een indruk van de geotechnische situatie, maar op sommige plekken in Nederland kan het 10 meter verderop weer heel anders zijn. Daarnaast stuitten we soms op obstakels in de ondergrond, zoals een oude boom, zwerfkei of een historische constructie die nergens geregistreerd staat. Geen project is hetzelfde, niets is standaard. Dat maakt het werk aan de ene kant fantastisch uitdagend, maar soms mag er vanuit de buitenwereld ook wel wat meer begrip zijn. Zonder fundament geen gebouw. Ons werk staat aan de basis van alles wat er in Nederland gebouwd en gerealiseerd wordt.”
Dit voorjaar start de NVAF, in samenwerking met Trainingscentrum Crescendo, met een vernieuwde opzet van de Funderingsvakschool. Dit praktijkgerichte opleidingsprogramma is speciaal ontwikkeld om medewerkers in de funderingsbranche op te leiden en te laten doorgroeien. Dankzij de modulaire opbouw kunnen werkgevers en werknemers gericht kiezen welke kennis en vaardigheden nodig zijn om vakmanschap te versterken en de veiligheid op de bouwplaats te waarborgen. “De Funderingsvakschool biedt een gestructureerd traject waarmee medewerkers zich kunnen ontwikkelen van starter tot specialist”, vertelt Jaap. “Daarmee helpen we bedrijven niet alleen om hun medewerkers op te leiden, maar ook te behouden en verder te ontwikkelen. Zo bouwen we samen aan een veiligere en professionelere funderingsbranche.”