De waterbouwsector is het fundament van ons land, benadrukte Andrea Vollebregt, directeur van de Vereniging van Waterbouwers tijdens InfraTech 2025. Ze wees op de grote uitdagingen in de sector rond de thema’s verduurzaming en arbeidspotentieel, en de enorme opgave op het gebied van waterveiligheid en waterbeheer. “Er komt een boeggolf aan werk op ons af. Het is zaak om daar zo slim en efficiënt mogelijk op in te spelen.” En daar heeft de bevlogen directeur wel een paar ideeën over.
We merken dat we in een transitiefase zitten als het gaat om verduurzaming, begint Andrea. “Er is veel te doen over de wet- en regelgeving die niet helemaal synchroon loopt met de nieuwste ontwikkelingen, over het daadwerkelijk verduurzamen van materieel, de wijze waarop opdrachtgevers uitvragen, welke vergoedingen daar financieel tegenover staan, etc. Allemaal vraagstukken waar we ons als vereniging mee bezighouden. Duurzaam waterbouwmaterieel is over het algemeen vele malen duurder dan conventioneel waterbouwmaterieel, terwijl we merken dat opdrachtgevers die duurzaam uitvragen daarvoor niet altijd willen betalen. Budgetten zijn ook lang niet altijd toereikend. Desondanks investeert de sector stapsgewijs in duurzaam materieel.”
Voor drijvend materieel is volledig emissieloos soms ook nog een brug te ver, meent Andrea. “Dat geldt zeker voor het buitengebied waar geen walstroom- of stekkerkasten aanwezig zijn. Ook het verkrijgen van voldoende waterstof kan een uitdaging zijn. Er is best wel wat additionele infrastructuur nodig om dit van de grond te krijgen, los nog van de netcongestie die parten speelt. Zowel opdrachtgevers als de sector zijn heel hard bezig om oplossingen te vinden en echt te investeren in duurzaam materieel, maar het gaat in fases. Er zijn grote investeringen mee gemoeid. We moeten beseffen dat we in een transitiefase zitten. Emissieloos kan nog niet overal”, benadrukt Andrea en doet een oproep aan opdrachtgevers om alleen emissieloos uit te vragen, daar waar het echt moet. “Bijvoorbeeld in de buurt van Natura2000-gebieden. Ga op andere plekken naar emissiearm, conform de afspraken uit het SEB-convenant. Daarin kan heel veel meer en daarmee dring je de CO2-uitstoot ook al heel ver terug.”
Krapte op de arbeidsmarkt gaat helaas ook niet aan de waterbouwsector voorbij, vervolgt Andrea die daarmee direct de tweede grote uitdaging aanstipt. “Ook in onze sector is er in de volle breedte veel vraag naar goed opgeleid personeel. Zowel wij als vereniging als onze leden maken ons sterk om de waterbouwsector zichtbaar te maken. Dat doen we onder meer door ons te presenteren op onderwijsbeurzen en het geven van gastlessen op scholen. Daarnaast organiseren we projectbezoeken om jongeren kennis te laten maken met de waterbouwsector. We merken dat het enthousiasme toeneemt. Het is ook een ontzettend boeiende en diverse sector met volop kansen én toekomstzekerheid. Je levert een bijdrage aan het Nederlandse landschap, duurzaamheidsvraagstukken én de economie. En naast de instroom van nieuwe krachten is het behoud van personeel minstens zo belangrijk. Er wordt veel energie gestoken in persoonlijke ontwikkeling, het creëren van goede arbeidsvoorwaarden en kennisontwikkeling. Bijvoorbeeld via onze eigen VOUW-opleiding, exclusief voor lidbedrijven. Of via het opzetten en aanbieden van een waterbouw-uitstroomprofiel in bestaande opleidingen, zoals bij de Dordrecht Academy is gedaan.”
De grootschalige vervangings- en renovatieopgave (V&R) raakt ook de waterbouwsector. Zo is de Vereniging van Waterbouwers onderdeel van het Platform V&R, waarin branchepartijen samen met Rijkswaterstaat, Bouwend Nederland en NLingenieurs gezamenlijk optrekken om de opgave in een aantal portfolio’s zo snel en efficiënt mogelijk naar de markt te krijgen. Specifiek voor de waterbouwsector ligt er ook een hele grote opgave, gericht op de waterveiligheid en watersystemen, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en de Kaderrichtlijn Water, waar de tijd dringt om snel aan de slag te gaan. “In bestaande initiatieven wordt ook daar door marktpartijen advies gegeven aan opdrachtgevers over bijvoorbeeld de best passende contractvormen, slimme uitvoeringsmethoden of hoe innovaties mogelijk te maken”, aldus Andrea. “Een mooi voorbeeld hiervan is de Taskforce Deltatechnologie, waarin de Vereniging van Waterbouwers pre-concurrentieel samenwerkt met andere bouwbranches, gericht op wateropgaven door heel Nederland.”
Ook binnen de eigen gelederen werkt de Vereniging van Waterbouwers aan oplossingen voor de toekomstige uitdagingen. Volgens Andrea is het zaak om sneller in actie te komen. “In onze sector duurt het relatief lang voordat projecten tot uitvoering komen. Aangezien de tijd dringt, hebben we een aantal adviezen opgesteld hoe we tot een versnelling kunnen komen; zogenaamde uitvoeringsversnellers. Denk aan het bundelen van opgaven, waarbij je bij een dijkversterking direct de opgave ten aanzien van de Kaderrichtlijn Water meeneemt. We zijn nu bezig om die adviezen verder uit te werken en een slag concreter te maken. Daarnaast denken we ook na over vraagstukken die op de langere termijn spelen, zoals zoetwaterretentie, Ruimte voor de Rivier 2.0 en het beschermen van onze kust. Kunnen we dat laatste blijven doen met alleen suppletie? Het zijn vraagstukken waar je nu wel al over moet nadenken en mee kunt experimenteren, zodat we tijdig gesteld staan en kunnen opschalen. Wij noemen deze vraagstukken adaptatieversnellers.”
Tot slot doet Andrea de oproep om van denkkracht naar daadkracht te gaan. “Waterbouw is een empirische wetenschap. Je leert door het te doen. Laten we vertrouwen op de kennis die we door de eeuwen heen hebben opgebouwd aan zowel opdrachtgevers- als opdrachtnemerszijde, zodat de opgaven die er liggen sneller tot uitvoering komen. Er zullen altijd risico’s zijn, maar we moeten nu doorpakken. Klimaatverandering wacht niet.”